Evenwicht

In de ontwikkeling van het kind is de opbouw van het evenwicht van essentieel belang. Voordat het kind kan zitten en staan moet hij/zij eerst zijn hoofd en romp in evenwicht kunnen houden (= hoofd en rompbalans) en moet de steunreacties voldoende ontwikkeld zijn. Evenwicht dient als basis voor het aanleren van vele nieuwe vaardigheden. Kinderen waarbij het evenwicht niet goed ontwikkeld is zullen moeite hebben met onder andere, het op 1 been staan, fietsen, zwemmen, rechtop zitten en ook de schrijfvaardigheden ect. Hierdoor kan uw kind onzeker worden, heeft hij/zij geen plezier in bewegen en zal uw kind te weinig beweegervaring opdoen. Bovenstaande heeft weer invloed op de totale ontwikkeling.

Grove motoriek

De grove motoriek wordt als eerste ontwikkeld. Dit zijn grove bewegingen die we maken met de armen, benen en het hoofd. Hierbij spelen coördinatie en gelijktijdigheid in bewegen een belangrijke rol. De motorische vaardigheden die hierbij horen zijn het rollen, lopen, springen, huppelen en het hinkelen. Dit zijn voornamelijk de vaardigheden die kinderen laten zien bij het buiten spelen. Dit zijn vaardigheden die door kinderoefentherapie goed gestimuleerd kunnen worden en tevens buiten goed te oefenen zijn.

Oog-hand coördinatie

Dit is de samenwerking tussen de ogen en handen wat wordt aangestuurd vanuit de hersenen. Bij veel vaardigheden word er beroep gedaan op deze samenwerking. Met name met de balvaardigheden, waarbij de ogen en handen goed samen moeten werken om de bal te kunnen vangen. Maar ook wordt de oog-hand coördinatie ingezet bij de fijne motorische werkzaamheden zoals het knippen, vouwen, tekenen en het schrijven.

Fijne motoriek en Schrijfvaardigheid

In de fijne motoriek is de hand- en vingermotoriek in combinatie met de oogmotoriek erg belangrijk. Deze moeten alle 3 goed ontwikkeld zijn om tot een verfijnde uitvoering binnen het bewegen te komen. Fijne motoriek is nodig om kleine objecten op te kunnen pakken, deze te kunnen draaien in de hand en/of tussen de vingers. Daarnaast is de fijne motoriek een belangrijke factor voor het ontwikkelen van tekenen- en de schrijfvaardigheid.

Ruimtelijke oriëntatie en Lichaamsschema

Ruimtelijke oriëntatie is de waarneming waar je je bevind binnen een bepaalde ruimte of setting. Belangrijke elementen binnen deze oriëntatie zijn te weten hoe ver een afstand is, hoe groot iets is, hoe snel of langzaam iets gaat, welk voorwerp iets heeft bijv. vierkant of rond en weten hoeveel plaats iets in beslag neemt. Andere ruimtelijke begrippen zoals voor, achter, op, onder, schuin, links en rechts vallen hier ook onder en spelen een belangrijke rol in sport- en spel vaardigheden, maar ook het begrijpen van de gegeven instructie. Het kind leert eerst hoe iets beweegt en wat het allemaal met het lichaam kan (lichaamsschema) en daarna wat er allemaal in de omgeving is en hoe het erop moet anticiperen.

Houding en bewegen

Hierbij wordt er gekeken naar de lichaamshouding van uw kind. Daarnaast de bewegingsmogelijkheden van het lichaam en de manier van bewegen.

Denk hierbij aan een ingezakte houding, bolle of scheve rug, stand van de voeten en/of platvoeten, een te lage spierspanning of een veel te gespannen houding. Zijn hierbij de spieren te kort? of is uw zoon/dochter erg bewegelijk? en heeft hij/zij moeite om voldoende stabiliteit in het lichaam te maken?.

Dit zijn belangrijke aandachtspunten die bij elke behandeling goed in kaart worden gebracht. Deze inzichten worden in de behandeling meegenomen of er wordt een passend advies uitgebracht om klachten en/of blessures te voorkomen.